Eerste Kamer stemt tegen bezuiniging rechtsbijstand.
In het debat op 14 januari 2015 heeft de Eerste Kamer de voorgenomen bezuiniging van 85 miljoen euro op de rechtsbijstand verworpen en het Kabinet opgedragen om alternatieven te zoeken om de begroting rond te krijgen. Buiten de regeringspartijen stemde allen de SGP tegen de motie en dus voor de bezuiniging. De Justitiebegroting voor 2015 werd uiteindelijk wel aangenomen door de Eerste Kamer. De meerderheid van de senatoren gaat ervan uit dat de Minister en de Staatssecretaris wel een oplossing zullen vinden voor het gat van 85 miljoen in hun begroting, dat door door het aannemen van deze motie is ontstaan. De Staatssecretaris heeft gezegd dat hij de motie in het Kabinet zal bespreken.
Als familierechtadvocaat ben ik blij met de standvastigheid van de Eerste Kamer tegenover de bezuinigingsplannen van de Staatssecretaris. Niet alleen voor de rechtzoekende die de laatste jaren al flink getroffen is, maar ook voor de beroepsgroep zelf.
Explosieve verhoging eigen bijdrage rechtsbijstand
In 2013 zijn de lasten voor mensen met de laagste inkomens met name in het familierecht enorm gestegen. De minimale eigen bijdrage werd toen voor familiezaken in één klap bijna verviervoudigd (van €77,00 naar (toen) €283,00 (inclusief de korting op grond van een doorverwijzing van het Juridisch Loket). In andere rechtsgebieden is de eigen bijdrage ook verhoogd, maar lang niet in dezelfde mate als in het familierecht. De toegang tot het recht komt door de steeds verder ingrijpende maatregelen van deze Staatssecretaris ernstig onder druk te staan.
Vergoeding advocaten
Voor advocatenkantoren die (grotendeels) op toevoegingsbasis rechtsbijstand verlenen is de familiepraktijk al lang niet meer rendabel. Dat maakt ook dat de helft van de advocaten die toevoegingszaken doen, overweegt om daarmee te stoppen. Ooit is een financieringssysteem bedacht waarbij men ervan uit ging dat voor een gemiddelde echtscheiding op tegenspraak waarbij de partijen ieder een eigen advocaat hebben zo’n tien uur nodig was. Ieder uur staat voor een punt vergoeding (*) door de overheid (de Raad voor Rechtsbijstand) aan de advocaat. In de praktijk blijkt dat vaak veel meer tijd nodig is. Daarvoor is een oplossing bedacht: tot drie maal het aantal punten (dus tot 30 uur tijd in een zaak) wordt de advocaat geacht door te blijven werken tegen dezelfde vergoeding. De doorlooptijd van een echtscheidingsprocedure is vaak zo lang dat het nodig is om vooruitlopend op de eindbeslissing van de rechter alvast een voorlopige regeling te laten vaststellen, bijvoorbeeld over de betaling van alimentatie of het gebruik van de woning. Voor die extra procedure(s) wordt geen extra vergoeding toegekend. Ook een beslagprocedure die nodig kan zijn om financiële middelen veilig te stellen valt onder dezelfde basisvergoeding. Is – in uitzonderingsgevallen – meer tijd nodig dan 30 uur, dan kan een advocaat een vergoeding voor de extra uren aanvragen. De Raad voor Rechtsbijstand kijkt dan niet alleen naar de tijdsbesteding tot dan toe, maar toetst ook of er naar haar mening sprake is van een ingewikkelde zaak. De meeste advocaten hebben de ervaring dat het aanvragen van extra uren vrijwel kansloos is, omdat de criteria uitzonderlijk streng zijn. En wat doe je dan als advocaat als een verzoek tot extra uren wordt afgewezen? Zeg je tegen je cliënt: zoek het verder zelf maar uit? Nee natuurlijk, je laat je cliënt niet in de steek. Dus gebeurt het wel dat aan een dossier 60 uur wordt besteed tegen nog steeds dezelfde basisvergoeding, wat neerkomt op een vergoeding van zo’n 22 euro inclusief BTW per uur.
Weeffout vergoedingen rechtsbijstand
Het systeem bevat bovendien een ernstige weeffout. Komen – soms na lang onderhandelen met hulp van de advocaten – de partijen tot een vergelijk en sluiten zij een convenant, dat vervolgens door de rechter wordt bekrachtigd, dan worden de advocaten gestraft: hun vergoeding wordt verlaagd tot 7 punten! Zo wordt dus eigenlijk het verder procederen door het systeem gestimuleerd (met alle mogelijk schadelijke gevolgen voor de betrokken partijen van dien). Een heel verkeerd signaal naar mijn mening.
Natuurlijk is het ideaal als partijen er samen uit kunnen komen, bijvoorbeeld door mediation. Iedere rechtgeaarde familierechtsadvocaat heeft dit scherp op het netvlies staan en zal er alles aan doen om partijen zover te krijgen. Helaas is dit niet altijd mogelijk en dan is goede rechtsbijstand noodzakelijk om ervoor te zorgen dat met name de belangen van de zwakste partij behartigd worden. Ook de bijstand door gespecialiseerde familierechtsadvocaten die er alles aan doen om hun kennis en ervaring op het hoogste niveau te houden, moeten bereikbaar blijven voor de rechtzoekende, maar het zijn juist die advocaten die afhaken als het om bijstand in toevoegingszaken gaat. En wie is daarmee gediend?
Het afstemmen van de plannen van Staatssecretaris Teeven geeft nu even rust, maar ik ben wel benieuwd (benauwd) wat het Ministerie nog uit de kast weet te halen om zijn zin te krijgen.